Voor 140 m2

Gele mosterd is een snelgroeiende éénjarige plant die ruim 1 meter hoog kan worden, de plant behoort tot de kruisbloemigenfamilie (Brassicaceae) en is zeer geschikt is als groenbemester. Gele mosterd kan op vrijwel alle grondsoorten geteeld worden. Het gewas wordt meestal als groenbemester gebruikt wanneer een stuk grond aan het eind van de zomer vrij komt. Gele mosterd is niet geschikt als nateelt na koolgewassen omdat het gevoelig is voor knolvoet, ook kan het gewas een probleem met naaktslakken versterken. TEELT Gele mosterd kan het beste in rijen gezaaid worden vanaf half augustus tot eind september, een rijafstand van 15 tot 30 centimeter aanhouden. Bij late zaai is dichter zaaien gewenst. Wanneer het gewas in het najaar ondergewerkt moet wordt eerst de gele mosterd maaien. De stengels desgewenst in korte stukken snijden en vervolgens onderwerken. Omdat het gewas vorstgevoelig is zal het na één stevige nachtvorst al dood vriezen en is voorbewerken in het voorjaar niet nodig. TOEPASSEN Op zavel of kleigrond, wanneer het stuk grond aan het einde van de zomer vrij komt. Gele mosterd is een goede waardplant voor het maïswortelknobbelaaltje en het bietencysteaaltje (voor deze laatste het gewas dan wel tussen begin mei en eind juni zaaien). Voor zaadwinning het gewas in april zaaien, de oogst is dan in september. NIET TOEPASSEN Wanneer er eerder of binnen vier jaar weer kruisbloemigen (koolgewassen) geteelt worden op hetzelfde stuk grond, dit in verband met knolvoet.